Gemengde reacties op uitspraak Pachtkamer over fosfaatrechten

19 april 2019
Zijn fosfaatrechten van de pachter of de verpachter? Het Gerechtshof kwam onlangs met een voorlopig oordeel. Een arrest dat de tongen losmaakte.
Afbeelding voor Gemengde reacties op uitspraak Pachtkamer over fosfaatrechten

Fosfaatrechten zijn in beginsel van de pachter. Echter, als de verpachter langdurig bedrijfsmiddelen aan de pachter ter beschikking heeft gesteld die voor het bedrijf van de pachter van overwegend belang zijn om zijn bedrijf te kunnen exploiteren, heeft de verpachter aanspraak op fosfaatrechten. In zo’n geval geldt een 50/50-verdeling.

De Pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deed die uitspraak eind maart. Onder de volgende voorwaarden is de pachter volgens het hof verplicht tot overdracht van fosfaatrechten aan de verpachter:

– tussen verpachter en pachter bestond op 2 juli 2015 een reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt;

– het betreft hoevepacht of pacht van minimaal 15 ha grond of pacht van een gebouw; het gebouw moet specifiek zijn ingericht voor de melkveehouderij en voor de uitoefening daarvan noodzakelijk zijn en door de verpachter ten behoeve van het bedrijf van de pachter aan de pachter ter beschikking zijn gesteld;

– de fosfaatrechten worden voor 50% toegerekend aan de gebouwen en 50% aan de grond die de pachter op 2 juli 2015 ten behoeve van het gehouden vee ten dienste stonden en naar verhouding toegerekend aan het gepachte;

– de verpachter dient aan de pachter 50% van de marktwaarde van de over te dragen fosfaatrechten per datum einde pachtovereenkomst te betalen.

Proefproces

In de procedure bij de Pachtkamer ging het om de verpachting, sinds 1985, van een hoeve door ASR real estate aan een melkveehouder. RVO heeft in januari 2018 aan het bedrijf van de pachter 2365 kg fosfaatrechten toegekend. De pachtovereenkomst is in onderling overleg geëindigd per 1 mei 2018 en pachter heeft zijn melkveebedrijf beëindigd. ASR vorderde in deze procedure, kort gezegd, een verklaring voor recht dat zij aanspraak heeft op de fosfaatrechten van de pachter tegen betaling van de helft van de waarde ervan. Omdat, volgens ASR, voor fosfaatrechten dezelfde systematiek moet worden toegepast als gold/geldt voor het melkquotum en andere productierechten. De pachter was het daar niet mee eens. De procedure bij de Pachtkamer gold in die zin als een proefproces.

‘Merkwaardig arrest’

De uitspraak leidde tot gemengde reacties. De Federatie Particulier Grondbezit (FPG) was ingenomen met de uitspraak. Die bevestigt het belang van de verpachter, aldus de federatie. De FPG plaatste wel enkele vraagtekens, bijvoorbeeld bij de ondergrens van 15 hectare. Een heel ander geluid kwam van de Bond van Landpachters en Eigen-Grondgebruikers. De BLHB was ontstemd over wat men in een persbericht een ‘merkwaardig arrest’ noemde. “Op cruciale punten ontbreken steekhoudende argumenten. De uitvoering van deze uitspraak is lastig, soms nagenoeg onmogelijk. Dit geeft grotere onenigheid tussen pachter en verpachter en zal tot vele procedures leiden.” De BLHB mist een essentiële onderbouwing en vindt de uitspraak dan ook ‘teleurstellend’, ‘discutabel’ en ‘onnavolgbaar’.

LTO Nederland is er altijd van uitgegaan dat fosfaatrechten van de melkveehouder en dus ook van de pachter zijn. De organisatie gaat de uitspraak van de rechter in de LTO-vakgroep Melkveehouderij goed bestuderen.

De rechter heeft zich tot nu toe alleen in algemene zin uitgesproken over de verdeling van fosfaatrechten na het einde van de pacht. Over het specifieke geval tussen ASR en de pachter wordt eind april meer duidelijk. Pas daarna kan de pachter beslissen of hij bij de Hoge Raad in cassatie wil tegen de uitspraak.

Herziening pachtstelsel

Al in het najaar van 2018 zei minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te vinden dat fosfaatrechten aan de melkveehouder toebehoren en niet aan de grondeigenaar/verpachter. Melkveehouders hebben fosfaatrechten toegekend gekregen op basis van het melkvee dat op 2 juli 2015 werd gehouden, ongeacht wie de weidegrond in eigendom heeft.

De minister werkt aan een herziening van het huidige pachtstelsel om de verhouding tussen verpachter en pachter te verbeteren en zo een goede toekomst van pacht te waarborgen. Een solide pachtstelsel versterkt daarnaast de positie van (jonge) boeren en bevordert de bodemkwaliteit. De oplossingsrichting is de introductie van een nieuwe langlopende vorm van pacht. Daarnaast wil de minister kortlopende pacht ontmoedigen.